De Zeven Provinciën

Op de achterkant van het horloge is een gravering te zien van het Nederlandse marineschip De Zeven Provinciën. Een erg iconisch schip die onderdeel uitmaakte van de Nederlandse vloot in de zeventiende eeuw. 

De bouw van het schip De Zeven Provinciën is begonnen in 1642, tijdens de periode van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Eind zeventiende eeuw is de Republiek in oorlog met Engeland, een zeeoorlog. Daar moesten grote oorlogschepen voor worden gemaakt. Een van de grootste oorlogsschepen is De Zeven Provinciën, het vlaggenschip van Michiel de Ruyter.

Met zijn lengte van 45 meter, 80 bronzen kanonnen en een zeiloppervlakte van 1600 vierkante was het een enorm gevaarte. De bewapening was bijna even duur als de bouw van het schip zelf. De bouw van het schip duurde ongeveer 9 maanden in die tijd. Afhankelijk van de operatie waren er ongeveer 500 tot 700 man aan boord; zeelui, soldaten, kanonniers en zeilbemanning.

In de periode 1664-1666 werden 60 nieuwe marineschepen gebouwd. In totaal kostte dit bouwprogramma 8 miljoen gulden. Het land kende zichzelf weer. Een oorlogseconomie op volle kracht. Alleen nu voor het eerst van top tot teen gericht op oorlog ter zee. De schepen werden de visitekaartjes van de jonge staat. Vol met versierselen die van nationale trots getuigden.

Leeuwen, wapens, hoofden, borsten, met als pronkstuk de achterkant van het schip: het spiegelstuk. Op dit spiegelstuk waren de wapens van De Zeven Provinciën afgebeeld. Dit liet zien dat de Republiek erg trots was op de zelfstandigheid en samenwerking tussen de provincies. Zo trots als een pauw voeren de schepen over zee.